Bij het vullen verdwijnen de meeste plooien door de druk van het water, de rest zoveel mogelijk verdelen en wegwerken onder de randafwerking. Met rubber laarzen kan men zonder veel risico over het folie lopen, let wel op eventuele scherpe steentjes in het profiel van de zolen! Op alle vlakke delen van de vijverbodem brengen we nu substraat aan (2 à 3cm).
Na het vullen met leidingwater zo spoedig mogelijk voldoende inheemse zuurstofplanten in de vijver aanbrengen. Beter te veel dan te weinig. Deze planten bepalen vooral in het eerste jaar voor 90% de kwaliteit van het vijverwater. De meeste zuurstofplanten kunnen los in het water. Voor andere drijf- en moerasplanten (boven water) hoeft men ook nooit te wachten, deze kunnen direct in de vijver!
Leidingwater wordt meestal na 3 à 6 dagen wat groen of bruin. Dit zijn zweefalgen, veroorzaakt door bepaalde voedingsstoffen in
het leidingwater. Meestal wordt het water weer binnen een dag of 10 helder. Wat weken later ontstaan er draadalgen (wieren) in de vijver, veroorzaakt door bepaalde stoffen in het leidingwater. Dit is een hele normale en gezonde ontwikkeling. Hoe de vijver zich nu verder zal ontwikkelen is nu sterk afhankelijk van de plaats van de vijver, de samenstelling van het water en het weer (regelmatig water testen!).
Gebruikt u vijvergrond in uw moerasje dan liefst de grond aanbrengen voordat er water staat. Op de bodem nooit vijvergrond. Vijversubstraat kan wel, en dan het liefst natuursubstraat.
Met de vissen 1 à 2 maanden wachten voor ze uit te zetten en vooral in het begin nooit te veel. Sommige soorten vissen geven snel jongen, pas dan op voor overbevolking, het gebeurt eerder dan u denkt. Vijverwater met vissen is pas na 3 jaar optimaal. Gebruik nooit chemische middelen tegen algengroei of groen water. Gebruik altijd natuurproducten!.